Nederlands-Vlaamse samenwerking rond de Bijbel: een geschiedenis
De samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland op het gebied van de Bijbel kent een lange geschiedenis. We delen onze taal én onze Bijbelvertalingen. Geruime tijd werkten het Vlaamse en het Nederlandse Bijbelgenootschap nauw samen.
Maar de Vlaams-Nederlandse samenwerking rond de Bijbel gaat nog verder terug dan je op het eerste gezicht misschien zou denken. Hoe is die samenwerking verlopen? Een korte geschiedenis.
1800-1835: oprichting en eerste activiteiten in Nederland en Vlaanderen
Het verhaal gaat dat rond 1800 een zestienjarige boerendochter urenlang door de bergen van Wales liep. Ze had lang gespaard om een Bijbel te kunnen kopen bij haar predikant. Het meisje, Mary Jones, werd het boegbeeld van de beweging van Bijbelgenootschappen. Haar predikant was een van de oprichters van de British and Foreign Bible Society (BFBS). De naam zegt het al: de ambitie was om in én buiten Groot-Brittannië Bijbels te verspreiden onder mensen als Mary Jones, mensen die zichzelf niet of nauwelijks een eigen Bijbel konden permitteren.
Zo werd in 1814, vlak na het einde van de Franse tijd in Nederland, het Nederlands Bijbelgenootschap opgericht op initiatief van BFBS. Het bestuur van het Nederlands Bijbelgenootschap voelde zich vanaf 1815 ook verantwoordelijk voor het Bijbelwerk in wat toen de ‘Zuidelijke Nederlanden’ werd genoemd. Vlaanderen en een deel van Wallonië waren bij de Noordelijke Nederlanden gevoegd in de conferentie waarin de grenzen binnen Europa na de Franse tijd werden vastgesteld. Het net opgerichte Nederlands Bijbelgenootschap moest op zoek naar manieren om het Bijbelwerk ook in Vlaanderen te gaan opzetten.
In die tijd was de verhouding tussen protestanten en Rooms-Katholieken zowel in de Noordelijke als de Zuidelijke Nederlanden ingewikkeld. Het Bijbelgenootschap werkte in het zuiden in eerste instantie welbewust onder de radar. Albert Goedkoop, toenmalig predikant in de Vlaamse Olijfberg, speelde een centrale rol in het verspreiden van Nederlandse Bijbels, bijvoorbeeld in de gevangenis van Gent. Het bestuur sprak overigens al in die tijd over een Bijbelgenootschap voor België.
1836-1945: het Belgische en Buitenlandse Bijbelgenootschap
In 1830 werd België onafhankelijk van Nederland. Uiteraard had die politieke ontwikkeling ook gevolgen voor het Bijbelgenootschap. Vanuit BFBS werden verschillende bijbelafdelingen opgezet in België, die in 1836 werden samengevoegd tot het ‘Belgische en Buitenlandse Bijbelgenootschap’.
Het Nederlands Bijbelgenootschap bleef ook in die tijd verantwoordelijkheid voelen voor de Bijbelmissie in Vlaanderen, in eerste instantie via ds. Goedkoop. Uit de jaarverslagen van het Belgische en Buitenlandse Bijbelgenootschap wordt duidelijk dat de relatie prima is; er wordt samengewerkt, het Nederlands Bijbelgenootschap helpt mee met de distributie van Nederlandstalige Bijbels in Vlaanderen. Nog tot de Tweede Wereldoorlog had het Nederlands Bijbelgenootschap Bijbeldepots van waaruit Nederlandstalige Bijbels in Vlaanderen verspreid werden.
De Grote Oorlog had begrijpelijkerwijze grote gevolgen voor het Bijbelwerk in België. Uit de verslagen van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1921 en 1922 is op te maken dat de bijbelverspreiding uit de depots maar moeilijk weer op gang kwam, maar ook dat het besluit om de depots op te laten gaan in het Belgisch en Buitenlands Bijbelgenootschap mislukten. Het lukte niet meer om het Vlaamse en Waalse werk te combineren, en het lijkt erop dat in deze periode het Belgisch en Buitenlands Bijbelgenootschap van de kaart is verdwenen.
In het interbellum is er net als in de negentiende eeuw ‘concurrentie’ vanuit eigen kring: het Brits, Amerikaans en Schots Bijbelgenootschap mengen zich in de Bijbeldistributie in Vlaanderen. Omdat deze Bijbelgenootschappen de Bijbels heel goedkoop aanbieden in Vlaanderen, wordt het als onwenselijke concurrentie ervaren. Het Nederlands Bijbelgenootschap oppert in 1939 aan het Amerikaans, Schots en Brits Bijbelgenootschap om de krachten te bundelen in Vlaanderen in een nieuw Belgisch Bijbelgenootschap. Pas na de Tweede Wereldoorlog wordt dat plan werkelijkheid.
1946-1995: een nieuw Belgisch Bijbelgenootschap
In 1946 wordt de koepelorganisatie United Bible Societies (UBS) opgericht, een wereldwijde vereniging van Bijbelgenootschappen die moet zorgen voor afstemming tussen Bijbelgenootschappen en die de onderlinge samenwerking van Bijbelgenootschappen moet bevorderen. De oprichters zagen als een van de taken om daar waar nog geen Bijbelgenootschap was, of er geen meer was, te helpen het Bijbelwerk op te zetten. Zo werd in 1946 ook het Belgisch Bijbelgenootschap (her)opgericht (BBG).
Vanaf het begin werd veel samengewerkt met het Nederlands Bijbelgenootschap. Het BBG kon bijvoorbeeld gebruikmaken van het Nederlandse zetwerk van de NBG51-vertaling en zelf edities laten drukken voor verkoop in België. Het BBG werd financieel ondersteund door de United Bible Societies en een aantal nationale Bijbelgenootschappen (Nederland, Amerika, Engeland en Schotland). De bedoeling was dat het BBG financieel zelfstandig zou worden door verkoop en fondsenwerving. Vanaf de jaren zeventig werd duidelijk dat dat doel moeilijk bereikt zou kunnen worden met de organisatievorm zoals die vanuit UBS was opgezet; er werd gewerkt aan een nieuwe vorm.
1995-2020: Het Vlaams Bijbelgenootschap
In 1995 werd het Belgisch Bijbelgenootschap gereorganiseerd en in twee regionale Bijbelgenootschappen opgesplitst: een Franstalig en een Nederlandstalig Bijbelgenootschap. Het Belgisch Bijbelgenootschap bleef als vereniging bestaan als nationale connectie met de United Bible Societies. Het Vlaams Bijbelgenootschap (VBG) had, volgens de oprichtingsakte, tot doel ‘de Bijbelverspreiding in meest ruime zin, en alles wat daartoe bevorderlijk kan zijn, onder Nederlandstaligen in België’ (artikel 3 oprichtingsakte).
Het Vlaams Bijbelgenootschap had een kantoor in Brugge. Het personeel bestond uit een algemeen secretaris met een medewerker voor administratieve ondersteuning. Ook in deze periode was steun vanuit de United Bible Societies belangrijk voor het continueren van de Bijbelmissie in Vlaanderen, evenals een goede verhouding met het Nederlands Bijbelgenootschap inzake de uitgeefactiviteiten. De verspreiding van NBG51, Groot Nieuws Bijbel en kinderboeken die het Nederlands Bijbelgenootschap uitgaf, werd in Vlaanderen door het Vlaams Bijbelgenootschap georganiseerd.
Vanaf de eeuwwisseling werd het financieel lastiger voor het VBG, om twee redenen. Het Nederlands Bijbelgenootschap bracht zijn uitgeefactiviteiten onder bij een externe uitgever, en dat had gevolgen voor de positie van VBG in de bijbeldistributie in Vlaanderen. Daarnaast werd UBS gereorganiseerd, en kwam er veel minder geld beschikbaar om (kleine) Bijbelgenootschappen overeind te houden. Met Nederland werden afspraken gemaakt om het Bijbelwerk in Vlaanderen tóch te kunnen voortzetten, bijvoorbeeld door promotie van de Nieuwe Bijbelvertaling, een Bijbeltentoonstelling, een Vlaamse serie Lectio divina- uitgaven en de lancering van de Bijbel in Gewone Taal.
Nederlands-Vlaamse samenwerking rond vertalingen
Samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen was er ook rond de Bijbelvertalingen die in de afgelopen decennia zijn gemaakt. Bij de vertaling en herziening van de Groot Nieuws Bijbel waren Nederlandse en Vlaamse vertalers, meelezers en supervisoren betrokken. De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 kende daarnaast een Vlaams lezerspanel dat was aangesteld om ‘hollandismen’ in de tekst aan te wijzen en verbetervoorstellen te doen. In kleiner opgezette vorm is dat herhaald bij de Bijbel in Gewone Taal uit 2014, en de NBV21. Nederland en Vlaanderen delen hun Bijbelvertalingen, en hebben samen opgetrokken om ze te maken.
2021: Samen verder
In alle jaren van het bestaan van een Bijbelgenootschap in het Nederlandse taalgebied, is duidelijk geweest dat Vlaanderen en Nederland veel gemeen hebben. Voor het welslagen van samenwerking mogen de verschillen in taal, cultuur en gewoonten nooit onderschat worden. Maar in de afgelopen tien jaar is zowel in Vlaanderen als in Nederland het besef gegroeid dat we samen meer kunnen bereiken dan alleen.
Vijf jaar geleden hebben de Vlaamse en Nederlandse besturen besloten om als één Bijbelgenootschap verder te werken, onder twee namen. We hebben in die vijf jaar ervaren hoe de samenwerking organisch gegroeid is. We hebben veel naar elkaar geluisterd en elkaars eigenheid en kwaliteiten leren waarderen. En we hebben gemerkt dat we elkaar wederzijds konden versterken, zodat we de missie in Vlaanderen en in Nederland beter konden uitvoeren. Over en weer zijn we van toegevoegde waarde.
De conclusie om samen door te gaan in Vlaanderen en Nederland, voelt dus logisch aan. Samen gaan we eraan werken dat de Bijbel meer open gaat en dat meer kinderen kennismaken met de verhalen uit de Bijbel. Daarom is ervoor gekozen om in 2021 naar buiten te komen met onze nieuwe naam Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, en zijn we vanaf nu als Bible Society for the Netherlands and Flanders lid van de United Bible Societies. De naam symboliseert in Vlaanderen, in Nederland en internationaal dat we samen verder gaan.
Er blijft een kantoor in Antwerpen, en de Vlaamse staf werd inmiddels uitgebreid naar vier personen. Om de Bijbelmissie in Vlaanderen te kunnen blijven uitvoeren is specifiek Vlaamse aandacht en presentie cruciaal. Maar centraal staat dat we samen sterker zijn en meer kunnen doen voor de Bijbel, Gods boodschap van liefde voor de wereld.
Selectie van geraadpleegde literatuur
C.F. Gronemeijer, Gedenkboek Nederlandsch Bijbelgenootschap 1814-1914, Amsterdam 1914
Jaarverslagen van het Belgische en buitenlandsche Bybel-genootschap (1837, 1838)
Jaarverslagen van het Nederlands Bijbelgenootschap (1912-1947)
F. van Lieburg, De wereld in. Het Nederlands Bijbelgenootschap 1814-2014, Amsterdam 2014
W. Lutjehans, 50 Jaar bijbelgenootschap in België. Geschiedkundig overzicht 1946-1996, Brussel 1996