Foto: Lourens de Vries met Papuavertaler ds Gipson Malyo in 2011
‘Als vertaalconsulent in Indonesië voor de United Bible Societies werkte De Vries mee aan Bijbelvertalingen in tien verschillende Papua-talen’, aldus Buitenwerf. ‘Ook in Nederland hebben we veel aan zijn deskundigheid te danken. Hij was onder meer lid van de begeleidingscommissie van de NBV, voorzitter van de begeleidingscommissie van de NBV21 en adviseur van de Bijbel in Gewone Taal. Ook was hij redactielid van ons bijbelvertaalblad Met Andere Woorden en begeleidde hij vele Bijbelvertalers uit verschillende landen die een NBG-beurs hadden gekregen voor een jaar studie.’ De leerstoel Bijbelvertalen die De Vries bekleedt, wordt gesponsord door het NBG.
Plezier
De Vries heeft vooral plezier beleefd aan onderzoek naar specifieke vertaalproblemen. ‘Soms kwamen die gedurende mijn hele loopbaan terug’, aldus De Vries. ‘Ik kreeg in Indonesië de vraag hoe je Bijbelpassages moet vertalen met pure spreektaal, zoals allerlei vormen van herhaling. Die vraag kreeg ik later ook van studenten: de Bijbel was geschreven om beluisterd te worden, dus moest je herhaling van woorden in de vertaling laten doorklinken, toch?’
God als Allah
De Vries onderzocht de geschiedenis van het Bijbelvertalen in Nederlands-Indië, met aandacht voor de oorsprong van de vertaling van Hebreeuwse en Griekse woorden voor ‘God’ in het Maleis met Allah. Uit zijn onderzoek bleek dat de eerste vertaler van een Bijbelboek, in de 17e eeuw, pragmatisch gebruik maakte van het Maleis, dat uit allerlei talen woorden had geleend. Zo kwamen Arabische woorden als Allah voor God en imam voor priester, en Sanskrit woorden als pandita, in het Maleis terecht met een nieuwe betekenis: pendeta werd ‘dominee, voorganger’.1
Naast deze kwestie kreeg ook De Vries’ onderzoek naar interreligieuze godsdienstige terminologie veel aandacht, onder andere doordat jonge generaties Indonesische en Maleisische christenen belangstelling kregen voor de geschiedenis van hun geloofsgemeenschap.
Loopbaan en afscheidsrede
Prof.dr. L.J. de Vries studeerde af aan de Vrije Universiteit in de Algemene Taalwetenschap met als specialisatie Bijbelvertalen. In 1989 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op twee Papuatalen uit Irian Jaya, het vroegere Nieuw-Guinea. Van 1980 tot 1992 werkte De Vries voor de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt) als taalkundige en bijbelvertaler in Irian Jaya. Daarna werd hij onderzoeker bij de vakgroep Algemene Taalwetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 1997 was hij parttime hoogleraar aan de Vrije Universiteit (VU) op de NBG-leerstoel Bijbelvertalen. Daarnaast was De Vries vanaf 2007 hoogleraar in de Algemene Taalwetenschap aan de VU. Hij houdt zijn afscheidsrede, ‘Verschil moet er zijn’, op 4 maart om 15.45 uur in de aula van de VU.
Foto Lourens de Vries © Evita Copier Photography
1 Zie: Iang Evangelivm Ul-Kadus Menjurat kapada Marcum, in: Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde / Journal of the Humanities and Social Sciences of Southeast Asia Volume 174 Issue 1 (2018) (brill.com)